Lees smakelijk: lees Aalberse
De Nederlandse geschiedenis is niet rijk aan schandalen. Misschien zijn
we een te nuchter volk. Misschien ook komt de vuile was maar zelden naar
buiten. Af en toe worden opgeschrikt door een affaire in koninklijke kringen,
maar dan hebben we het toch wel gehad. Ook pornografie, in menig land toch
aanleiding voor forse schandalen, vermocht de gemoederen in Nederland lange
tijd niet te verhitten. Het was verboden en dat was het. Tot in de jaren
vijftig van de twintigste eeuw dan.
Pornografie: wie het wil hebben, kan het tegenwoordig gemakkelijk krijgen. In alle soorten, maten en diepten. Het is overal te krijgen en het kost bijna niets. We laten ons niet uit over de wenselijkheid van deze verworvenheden. Maar wie omkijkt, moet tot zijn verbazing constateren dat er de afgelopen 50 jaar in dit opzicht veel is veranderd. Het was nog maar in 1965 dat de Hoge Raad in een jarenlang slepende zaak het laatste woord sprak. Het ging om het derde deel van de serie De liefde van Bob en Daphne van de schrijver Han B. Aalberse. De uitspraak luidde dat hier sprake was van pornografie. Ja, pornografie. Wat was dit voor een verderfelijk boek? En wat was dit voor een pornograaf?